Meteen naar de inhoud

FLUGPLATZ BRAND

Een Twents doelwit in de DDR

Luchtfoto van Flugplatz Brand/Briesen in Oost-Duitsland, zo’n veertig kilometer ten zuiden van Berlijn

16E LUCHTLEGER VAN DE SOVJET-UNIE

De Sovjet-Unie had zo’n 700 straaljagers gestationeerd in Oost-Duitsland. Deze vliegtuigen behoorden tot het 16e Luchtleger. Gezien de strategische ligging van Oost-Duitsland, werd het luchtleger uitgerust met de meest geavanceerde vliegtuigen die de Sovjetluchtmacht te bieden had. Eén van de vliegvelden die de Sovjet-Unie gebruikte was vliegbasis Brand. Dit vliegveld ligt zo’n zestig kilometer ten zuiden van Berlijn. Op de vliegbasis was het 116e Garde Bommenwerper Regiment gestationeerd en in begin jaren tachtig uitgerust met de gloednieuwe Soechoj Su-24 Fencer jachtbommenwerper. Op dat moment het meest geavanceerde aanvalsvliegtuig van de Russische luchtmacht. Naast conventionele bommen konden de straaljagers ook worden uitgerust met nucleaire wapens. Later in de jaren tachtig werden de Su-24’s, als een teken van welwillendheid richting het Westen, vervangen door de minder geavanceerde MiG-27’s.

Een MiG-27K jachtbommenwerper. Foto: George Chernilevsky

DE NF-5: DE JACHTBOMMENWERPER VAN DE LUCHTMACHT

Het aanvallen van gronddoelen in tijden van oorlog zou voornamelijk worden uitgevoerd door de Northrop NF-5 Freedom Fighter. Dit toestel werd de vervanger van de verouderde F-84 Thunderstreak. In 1969 kwam de eerste NF-5 aan op vliegbasis Twenthe. De Twentse vliegbasis werd de grootste NF-5-basis van Nederland, namelijk met twee squadrons; 315 en 313. De voornaamste taak van de Twentse straaljagers was in tijden van oorlog het aanvallen van gronddoelen in Duitsland. Onder andere het geven van luchtsteun aan vriendelijke grondeenheden, het uitschakelen van vijandelijke knooppunten, bruggen en het aanvallen van vliegvelden.

Een vlieger over de oorlogstaken van 315 squadron

AANVALLEN VAN VLIEGVELDEN IN OOST-DUITSLAND

Eén van de geplande missies was de zogenaamde ‘Option Alpha’. De straaljagers van vliegbasis Twenthe moesten het Russische vliegveld Brand in Oost-Duitsland aanvallen en uitschakelen. De aanval zou samen worden uitgevoerd met de Buccaneer aanvalsjagers van de Britse luchtmacht. Het uitschakelen van een vliegveld is niet vanzelfsprekend, Brand werd namelijk verdedigd door flink wat luchtafweergeschut. De Twentse vliegtuigen moesten laag vliegen om vijandelijke radars te ontwijken. De oorlog tussen de NAVO en het Oosten is nooit uitgebroken, dus de missie is nooit gevlogen. Wél werd de missie regelmatig geoefend en werden er schijnaanvallen gedaan op West-Duitse vliegvelden.

Drie NF-5A’s van 315 Squadron staan klaar op Vliegbasis Twenthe
Foto: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

DE S-125 NEVA LUCHTAFWEERSYSTEEM

Om te voorkomen dat westerse straaljagers doelen in Oost-Duitsland konden uitschakelen, investeerden de Sovjet-Unie en Oost-Duitsland in een uitgebreid luchtverdedigingsnetwerk. In dit netwerk waren onder andere onderscheppingsjagers, luchtdoelraketinstallaties en radar- en commandoposten ingericht. Een kleine drie kilometer van vliegveld Brand stond een S-125 Neva (NAVO-codenaam: SA-3 Goa) luchtdoelraketinstallatie. Dit systeem kon vliegtuigen die op lage hoogte vlogen aanvallen. Zo’n installatie bestond uit een zoekradar om de vijandelijke vliegtuigen te vinden en een vuurleidingsradar om de raketten naar het doel te leiden. Ook waren er drie tot vier lanceerplatforms met ieder vier rakketten. Het bereik van de raketten reikte minder ver dan andere Russische systemen, maar kon vliegtuigen die op lage hoogte vlogen makkelijk ontdekken. Dit maakte de SA-3 erg geschikt voor het verdedigen van vliegvelden. De meeste vliegbases in Oost-Duitsland hadden zo’n zogenaamde ‘SA-3 site’. Ook Vliegbasis Twenthe had een luchtdoelraketsysteem, namelijk de HAWK. Dit is een vergelijkbaar systeem als de SA-3.

Een S-125 Neva (NAVO-codenaam SA-3 Goa) luchtdoelraketsysteem met op de achtergrond een ‘Low Blow’ vuurleidingsradar.

EEN TROPISCH ZWEMPARADIJS

Een aanval op Vliegbasis Brand is nooit gebeurd, want tot een oorlog is het nooit gekomen. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 heeft de Sovjet-Unie de vliegbasis nog een paar jaar gebruikt. In 1992 kwam er officieel een eind aan de Russische aanwezigheid op het vliegveld en werd het veld overgedragen aan de Duitse regering. In de jaren negentig wilde een vrachtbedrijf middels zeppelins vracht vervoeren en bouwde een gigantische hal op het vliegveld. De zeppelin kwam er nooit en het bedrijf ging failliet. Sinds 2004 is er een tropisch zwemparadijs gevestigd in de hal.